Website van $boomnaam$
Fuijsje Isaacks
Fuijsje Isaacks ,
, -
SAGV155.2-3245A Hypotheken Folio 1-II; 09-09-1656: Testament; Wij Evert Willemsz en Jan Pietersz Schouten, Schpenen tot Laren, doen kondt en maeken kennen dat voor ins compareerde Pieter Adriaensz ( Schout) wonende in dese Gerechte.
heeft Testateur voor eerst verklaart, dat hij sijne kinderen hadde voldaen de Erffenisse van haar moeder, 't welck sijne kinderen mede voor ons comparerende bekenden waar te sijn met het onderhouden van Biertien haare Mueij. Voorts
institueerde testateur tot sijne eenige en universel erfgenamen Jan Pietersz en Ghijsbert Pietersz sijne sonen , Item het kint van Hendrick Pietersz sijnen overleden soon geprocreeert bij Fuijsien Ijsacken sijne gewesen huijsvrouw .
Handtekening van Evert Willemsz en Peter Adriaansz Schout en merkteken van Jan Pietersz Schouten
-
SAGV155.2-3245A Hypotheken Folio 34; 20-10-1657: Langstlevende Testament; Voor Schepenen tot Laren is gecompareert Jan Pietersz Schouten ende Fuijsien Isaacksen echteluijden in Laren stelt tot sijn universele erfgenamen sijn kinderen. .
Fuijsien Isacken legateerde aen Jan Hendricksz haar voorkint bij Hendrick Pietersz haren overleden man geprocreeert
-
SAGV155.2-ORA-3233, Folio 41; 29-03-1658: Laren. . Isack Rutgersz en Rutger Isacks buijrluijden tot Blaricum, te constitueren haar elx en voor alle als Borge voor Fuijsien Isacks ter saecke van de gelijftochte goederen haar Fuijse voorsz als
bij Testament van Jan Pietersz haer overleden man gemaeckt
-
SAGV155.2-ORA-3233, Folio 60; 07-10-1658: . Voor schepenen van Blaricum compareerden Jan Pietersz van Dael wonende tot Emenes Binnendijcx, Cos Gerritsz als getrout hebbende Grietien Teuwisz laast weduwe van Ghijsbert Pietersz en Suijsien
Isacksz geassisteert met haer momboors en als erfgenaem van hare overleden sonen geprocreeert bij wijlen Hendrick Pieters haren gewesenen man, elck voor een derde-part volgens advijs van Cornelis Kop en Paulus Sluijs advocaten tot Amsterdam,
. uijtgesprocken in de naegelaten goederen van za: Pieter Adriaensz. Verclaerden comparanten: . Sal Fuijsien Isaacks met de erfgenamen van Jan Pietersz Schouten voor haar derde- part genieten een portie boulants uijt den boedel van Cornelis
Pieiersz en deels in geld . Voorts sullen Jan Pietersz van der Daal en Cos Gerrits behouden de resterende goederen van wijlen Pieter Adriaensz
-
SAGV155.2-3245A Hypotheken Folio 45-46; 28-03-1658: Transportakte; Voor Schepenen tot Laren compareerden Jan Pieresz Floris woonachtigh tot Emenes Binnendijcksz en Cos Gerritsz wonende tot Huijsen en transporteerden in handen van Fuijsien
Isacken weduwe van za: Jan Pietersz Schouten 2 schepel boulants
-
SAGV155.2-3245A Hypotheken Folio 58; 11-10-1658: Compareerde voor Schepenen tot Laren Mathijs Boelhouwer Schout als vooght van Fuijsien Isacken en Claas Pieter Gosensz voor hem selve en vervangende en sigh sterck maeckende voor sijne susters
ofte broeders waarvan hij verklaerde last te hebben, ende transporteerde aen Anghs Jan Jacobsz wonende in Laren een ackertje boulant
-
SAGV155.2-ORA-3233, Folio 65 13-01-1659: . schepenen tot Blaricum hebben sich op versoeck van Jan Pietersz wonende tot Emenes Binnendicksz vervoeght aen den persoon van Fuijsien Isacken en haer afgevraeght of niet Mathijs Boelhouwer
tegenwoordigh schout tot Laren (nae doode van haaer EERSTE man Hendrick Pietersz) ontrent de verkopinghe van de roerende goederen van za: Pieter Adriaensz, neffens Rutger Isacken hare Broeder heeft geregeert hare goederen als momboor. Is of
niet deselve Mathijs Boelhouwer hare TWEEDE man Jan Pieter Gosensz overleden ende voorende goederen aldaer bevonden .
-
SAGV155.2-ORA-3233, Folio 99; 22-11-1660: Compareerde voor ons schepenene in Laren Mathijs Boelhouwer Schout alhier en Rutger Isacksz momboors over Fuijsien Isacks ter eenre en Claes Pieter Gosens voor hem selve en de rato caverende voor sijn
mede-erfgenaemen in de naegelaten goederen van Jan Pietersz Schouten ter andere sijde.. De boedel van za: Pieter Adriaensz sullen helpen invorderen.
-
SAGV155.2-3235, Folio 9; 12-04-1662: Mathijs Boelhouwer Schout tot Laren als vooght van Fuijsien Isaacken, Rutger Isaacksz voor hem selve en Jan Isaacken tot Laren eijsers CONTRA Hendrick Isaacksz tot Blaricum gedaagde; de eijsers seijden, dat
de gedaegde met haarluijden nevens de andere erfgenamen van Isaack Rutgersz ende Aeltien Jan Harmens za: op den 02-04-1662 over de selve naetatenschap een mondeling accoort met toestemminge van haar allen hadden opgerecht om voorts te treden
tot deijlinge van de voornoemde goederen en als de gedaagde in desen hem als nu onwillig doet .
-
SAGV155.2-3245A Hypotheken Folio 139-140; 28-05-1662: Transportakte; Voor Schepenen in Blaricum compareerde Rutger Isacken voor hem selve en vervangende en hem sterck maeckende voor Fuijsien Isacke sijne suster, en Jan Isacken en Hendrick
Isacken sijne broeders en Lubbert Jansz als vooght van Lijsbeth Ijsacks die transporteerde aen Bort Jansz alhier wonende een huijs en hofstede
-
SAGV155.2-3235, Folio 108; 21-02-1668: Marten Jacobsz als getrout hebbende Fuijsien Isaacksz eijser CONTRA Isaack Mathijsz tot Laren
-
SAGV155.2-ORA-3234, Folio 9-10; 06-12-1667: Testament; Compareerde voor Schepenen van Blaricum Lijsbetien Isaacksz bejaarde dochter alhier woonachtigh tamelijck gesont van lichame . heeft geinstitueert tot hare eenige en universel erfgenaam
de kinderen van Rutger Isaacksz, Jan Isaacksz, en Hendrick Isaacks bij plaetsvullinge van haae voornoemde boedel: mits dat geinstitueerde erfgenamen sullen gehouden wesen aen Fuijsien Isaacks haar suster in voldoeninge van haar gerechtigheit
uijt te leeren f 12,-. Dies sullen de kinderen van Rutger Isaacksz enkele stukkn lant en f 100,-. De kinderen van Jan Isaacksz sullen trecken enkele stukken grond en haar sliveren ketting. De kinderen van Hendrick Isaacksz sullen profiteren
enkele stukken lant, haar swarte en blauwe rok en f 60,-
.

relatie (1)
met

Hendrick Pietersz , zn. van Pieter Adriaensz Schouten,
ovl. te Laren; overleden < 1656,
, -
SAGV155.2-3245A Hypotheken Folio 1-II; 09-09-1656: Testament; Wij Evert Willemsz en Jan Pietersz Schouten, Schpenen tot Laren, doen kondt en maeken kennen dat voor ins compareerde Pieter Adriaensz ( Schout) wonende in dese Gerechte.
heeft Testateur voor eerst verklaart, dat hij sijne kinderen hadde voldaen de Erffenisse van haar moeder, 't welck sijne kinderen mede voor ons comparerende bekenden waar te sijn met het onderhouden van Biertien haare Mueij. Voorts
institueerde testateur tot sijne eenige en universel erfgenamen Jan Pietersz en Ghijsbert Pietersz sijne sonen , Item het kint van Hendrick Pietersz sijnen overleden soon geprocreeert bij Fuijsien Ijsacken sijne gewesen huijsvrouw .
Handtekening van Evert Willemsz en Peter Adriaansz Schout en merkteken van Jan Pietersz Schouten
-
SAGV155.2-3245A Hypotheken Folio 34; 20-10-1657: Langstlevende Testament; Voor Schepenen tot Laren is gecompareert Jan Pietersz Schouten ende Fuijsien Isaacksen echteluijden in Laren stelt tot sijn universele erfgenamen sijn kinderen. .
Fuijsien Isacken legateerde aen Jan Hendricksz haar voorkint bij Hendrick Pietersz haren overleden man geprocreeert
-
SAGV155.2-ORA-3233, Folio 60; 07-10-1658: . Voor schepenen van Blaricum compareerden Jan Pietersz van Dael wonende tot Emenes Binnendijcx, Cos Gerritsz als getrout hebbende Grietien Teuwisz laast weduwe van Ghijsbert Pietersz en Suijsien
Isacksz geassisteert met haer momboors en als erfgenaem van hare overleden sonen geprocreeert bij wijlen Hendrick Pieters haren gewesenen man, elck voor een derde-part volgens advijs van Cornelis Kop en Paulus Sluijs advocaten tot Amsterdam,
. uijtgesprocken in de naegelaten goederen van za: Pieter Adriaensz. Verclaerden comparanten: . Sal Fuijsien Isaacks met de erfgenamen van Jan Pietersz Schouten voor haar derde- part genieten een portie boulants uijt den boedel van Cornelis
Pieiersz en deels in geld . Voorts sullen Jan Pietersz van der Daal en Cos Gerrits behouden de resterende goederen van wijlen Pieter Adriaensz
-
SAGV155.2-ORA-3233, Folio 65 13-01-1659: . schepenen tot Blaricum hebben sich op versoeck van Jan Pietersz wonende tot Emenes Binnendicksz vervoeght aen den persoon van Fuijsien Isacken en haer afgevraeght of niet Mathijs Boelhouwer
tegenwoordigh schout tot Laren (nae doode van haaer EERSTE man Hendrick Pietersz) ontrent de verkopinghe van de roerende goederen van za: Pieter Adriaensz, neffens Rutger Isacken hare Broeder heeft geregeert hare goederen als momboor. Is of
niet deselve Mathijs Boelhouwer hare TWEEDE man Jan Pieter Gosensz overleden ende voorende goederen aldaer bevonden .
.

Uit deze relatie:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jan     

relatie (2)
met

Jan Pietersz Goossensz Schouten, zn. van Pieter Goossensz ,
ovl. te overleden <1658,
, -
SAGV155.2-3245A Hypotheken Folio 34; 20-10-1657: Langstlevende Testament; Voor Schepenen tot Laren is gecompareert Jan Pietersz Schouten ende Fuijsien Isaacksen echteluijden in Laren stelt tot sijn universele erfgenamen sijn kinderen. .
Fuijsien Isacken legateerde aen Jan Hendricksz haar voorkint bij Hendrick Pietersz haren overleden man geprocreeert
-
SAGV155.2-ORA-3233, Folio 41; 29-03-1658: Laren. . Isack Rutgersz en Rutger Isacks buijrluijden tot Blaricum, te constitueren haar elx en voor alle als Borge voor Fuijsien Isacks ter saecke van de gelijftochte goederen haar Fuijse voorsz als
bij Testament van Jan Pietersz haer overleden man gemaeckt
-
SAGV155.2-3245A Hypotheken Folio 45-46; 28-03-1658: Transportakte; Voor Schepenen tot Laren compareerden Jan Pieresz Floris woonachtigh tot Emenes Binnendijcksz en Cos Gerritsz wonende tot Huijsen en transporteerden in handen van Fuijsien
Isacken weduwe van za: Jan Pietersz Schouten 2 schepel boulants
-
SAGV155.2-ORA-3233, Folio 65 13-01-1659: . schepenen tot Blaricum hebben sich op versoeck van Jan Pietersz wonende tot Emenes Binnendicksz vervoeght aen den persoon van Fuijsien Isacken en haer afgevraeght of niet Mathijs Boelhouwer
tegenwoordigh schout tot Laren (nae doode van haaer EERSTE man Hendrick Pietersz) ontrent de verkopinghe van de roerende goederen van za: Pieter Adriaensz, neffens Rutger Isacken hare Broeder heeft geregeert hare goederen als momboor. Is of
niet deselve Mathijs Boelhouwer hare TWEEDE man Jan Pieter Gosensz overleden ende voorende goederen aldaer bevonden .
-
SAGV155.2-ORA-3233, Folio 99; 22-11-1660: Compareerde voor ons schepenene in Laren Mathijs Boelhouwer Schout alhier en Rutger Isacksz momboors over Fuijsien Isacks ter eenre en Claes Pieter Gosens voor hem selve en de rato caverende voor sijn
mede-erfgenaemen in de naegelaten goederen van Jan Pietersz Schouten ter andere sijde... De boedel van za: Pieter Adriaensz sullen helpen invorderen.
.

relatie (3)
met

Marten Jacobsz Heijnen Mets, zn. van Jacob Heijnen Heijnen en Grietje Cornelis ,
geb. in 1634 te Blaricum; Koptienden Eerste: 1675-88,
ovl. op 02-04-1699 te Blaricum; Koptienden Laatste: 1699-70,
begr. op 02-04-1699 te Blaricum; Impost: f 3,-,
, -
MARTEN JACOBSEN
Blaricum Koptienden (1675-88 1699-70):
1675-88: v. Jan Jan Ebbesen 7 cop
- v. Lambert Willem Cornelis 4 cop
- Situatie: 1 Spt 3 cop
1679-82: op Gerrit Jansen Snijder 1 Spt
- Situatie: 0 Spt 3 cop
1690-73: v. Heijndrick Isacksz 4 cop
- Situatie: 0 Spt 7 cop
1699-70: op Gerrebert Cornelisz Rebel 7 cop
- in Huijserboeck
-
MARTEN JACOBSZ
Blaricum Koptienden (1699-80 1699-80):
1699-80: v. Frans Wooberden 7 cop
- op Claas Lambert Prins Huijserboeck 7 cop
-
SAGV155.2-3235, Folio 108; 21-02-1668: Marten Jacobsz als getrout hebbende Fuijsien Isaacksz eijser CONTRA Isaack Mathijsz tot Laren
-
SAGV155.2-3245A Hypotheken Folio 232; 28-01-1670: Transportakte; Voor Schepenen in Blaricum compareerde Merten Jacobsz Mets voor hem selve en de rato caverende voor sijne susters en broeders mede-erfgenamen in de naelatenschap van Jacob
Willemsz za: die transporteerden aen Steffentien Hendricks weduwe van Aelbert Hendricksz gewesenen molenaar tot Naerden, 70,5 voet maetlant op laareder angerecht
-
SAGV155.2-3245A Hypotheken Folio 233; 28-01-1670: Transportakte; Voor Schepenen in Blaricum compareerde Merten Jacobsz Mets voor hem selve en de rato caverende voor sijne susters en broeders mede-erfgenamen in de naelatenschap van Jacob
Willemsz za: die transporteerden aen Jan Willemsz Mast mede alhier wonendeeen huijs en hofstede en kamp boulants annex staende in dese dorpe
-
SAGV155.2-3236, Folio 185; 07-09-1676: Marten Jacobsz Mets en Rutger Isaacksz als vooghden over de weeskinderen van Hendrick Isacksz CONTRA Claes Harmensz; betreft obligatie
-
SAGV155.2-3236, Folio 262; 05-04-1677: Compareerden voor Schepenen tot Blaricum Marten Jacobsz Mets oudt schepen van voorn. dorp versocht sijnde bij Jan Jansz Verwer en Hendrick Willem Roelen als vooghden van het weeskint van Meeuwis Willemsz
om den waerheijt te geven en verclaerde hij comparant dat hij in de nasomer van 1671 versocht was bij Griettgen Jans weduwe van Jan Rutgersz om met Frans Sijmensz en Jan Ploos als vooghden van de kinderen van Rutger Rutgersz aff te reeckenen
aengaende de erffenisse van Geertge Lamberts tot Emenes uijt welcke erffenis de voorn Griettgen Jans mitsgaders Rutger Rutgersz en Willem Roelen ijder was competerende een somme van f 150:10:-; die de voorn Rutger Rutgersz, soo voor hem selve
als van wegen Willem Roelen en Griettgen Jans in 't geheel hadt opgebeurt en ontfangen van Lambert Lambertsz en Bottgen Schouters Willem, die soo veel aen de voorn Geertgen Lamberts, volgens twee distincte obligatien enz
-
ORA-Blaricum; 26-11-1692; Verklaring: Harmen Harmensz: out ontrent 58 Jaren
-
SAGV155.2-3228-blz. 25; 25-04-1696: hebben Schepenen van Blaricum tot vooghden over het onmondige weeskint van Jan Jansz Verwer gestelt Lambert Elbertsz, Maarten Jacobsz Mets en Lambert Jansz Verwer
-
Blaricum-Begraven-Kosten; 02-04-1699: van Marten Jacobsz METS: f 3,-